1.
Rustig zat ik aan mijn bureau. Over vijf minuutjes zou mijn moeder terug komen van haar reisje naar de winkel. Ik heb op het moment echt geen zin in een van haar driftbuien, die meestal gingen over iets doms als de afwas, of een plant die verkeerd staat. De boeken die ik voor school moest lezen, waren gelezen. De werkstukken gemaakt, ik heb niks te doen. Ik pak mijn mobieltje en stuur een sms'je naar David, mijn voetballende vriendje:
Hoi lieff, moet met je praten
-x
Een paar minuutjes later:
Ik ook met jou, zie je op het Kersenplein.
Geen X-je?
Hoi lieff, moet met je praten
-x
Een paar minuutjes later:
Ik ook met jou, zie je op het Kersenplein.
Geen X-je?
Ik hoor een klik, die van de voordeur. Snel stop ik wat boeken voor volgende week in mijn tas en gooi mijn mobieltje erbij. Als mijn moeder zou zien dat ik een vriendje had, zou ze gek worden!
''Floo... oor?'' O jee. Wankelend komt ze mijn kamer binnen, een lucht van bier, rook en andere vieze dingen komt met haar mee.
''Wat is er, mam?'' Vraag ik, rustig aan, zodat er minder kans is op een driftbui.
''Ik vroeg je whiskey te kopen, dom wicht!'' Te laat. Ze komt dichterbij, haar adem stinkt naar drank, zo erg dat ik bijna moet overgeven.
''Floo... oor?'' O jee. Wankelend komt ze mijn kamer binnen, een lucht van bier, rook en andere vieze dingen komt met haar mee.
''Wat is er, mam?'' Vraag ik, rustig aan, zodat er minder kans is op een driftbui.
''Ik vroeg je whiskey te kopen, dom wicht!'' Te laat. Ze komt dichterbij, haar adem stinkt naar drank, zo erg dat ik bijna moet overgeven.
''Mam, doe rustig, ik ben te jong!'' Zeg ik voorzichtig.
''Te jong? Luister... goed, jij stom wijf, je gaat nu de deur uit en je bent binnen vijf min...nuten terug, anders sla ik je verrot!''
Ze begint me te porren en te duwen.
''Doe rustig! Ik ga die stomme drank niet halen, je drinkt je nog dood!'' Roep ik, ik kan het niet meer hebben.
''Ik drink me niet dood, want ik heb geen verslaving! Ga het NU halen, stomme trut!''
''Rot toch op! Ga maar lekker drinken, ga maar dood, niemand zal je missen!'' Ik pak mijn tas en loop rustig weg.
''Te jong? Luister... goed, jij stom wijf, je gaat nu de deur uit en je bent binnen vijf min...nuten terug, anders sla ik je verrot!''
Ze begint me te porren en te duwen.
''Doe rustig! Ik ga die stomme drank niet halen, je drinkt je nog dood!'' Roep ik, ik kan het niet meer hebben.
''Ik drink me niet dood, want ik heb geen verslaving! Ga het NU halen, stomme trut!''
''Rot toch op! Ga maar lekker drinken, ga maar dood, niemand zal je missen!'' Ik pak mijn tas en loop rustig weg.
Ik pak de sleutels uit de keukenla en doe de deur open.
''HIER KOMEN JIJ!'' Schreeuwt mijn moeder die me volgt. Ik draai me om en staar haar minachtend aan. Dan loop ik stug door naar de galerij. Als ik mijn moeder niet meer hoor, loop ik wat langzamer en laat mijn tranen stromen. Tranen van woede, minachting, angst, en nog meer. Ik zou naar David gaan, kijken wat hij te zeggen heeft en terug komen, mét whiskey. Als ik de deur naar de liften open wil doen, hoor ik een stem.
''Floor! joehoe, hoor je me?''
''HIER KOMEN JIJ!'' Schreeuwt mijn moeder die me volgt. Ik draai me om en staar haar minachtend aan. Dan loop ik stug door naar de galerij. Als ik mijn moeder niet meer hoor, loop ik wat langzamer en laat mijn tranen stromen. Tranen van woede, minachting, angst, en nog meer. Ik zou naar David gaan, kijken wat hij te zeggen heeft en terug komen, mét whiskey. Als ik de deur naar de liften open wil doen, hoor ik een stem.
''Floor! joehoe, hoor je me?''
---
Ik kijk naar beneden en zie Thomas vrolijk zwaaien. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht.
''Kom je nog?'' Roept hij vrolijk.
''Momentje!'' Schreeuw ik terug. Ik ren naar de liften en druk op het knopje.
''Kom je nog?'' Roept hij vrolijk.
''Momentje!'' Schreeuw ik terug. Ik ren naar de liften en druk op het knopje.
''Thomasjeeeh!'' roep ik en ren op 'm af.
''Floortjeeh!'' Hij geeft me een knuffel. ''Hoe gaat het? Ik hoorde je moeder....'' Zegt hij dan voorzichtig.
''Gaat wel. Had weer es ruzie ja.'' Hij wrijft over mijn rug.
''Ik zal je opvrolijken, ik neem je mee naar het Kersenplein!'' Hij glimlacht vriendelijk naar me.
''Shit, ik moet nog met David praten!'' Geschrokken laat ik hem los. ''Maar dat is ook op het Kersenplein, dus dat is geen probleem....'' Zeg ik bedenkelijk.
''Ik ga dan wel even langs de supermarkt als jij met 'm praat. Zullen we dan nu gaan?'' Ik knik.
''Floortjeeh!'' Hij geeft me een knuffel. ''Hoe gaat het? Ik hoorde je moeder....'' Zegt hij dan voorzichtig.
''Gaat wel. Had weer es ruzie ja.'' Hij wrijft over mijn rug.
''Ik zal je opvrolijken, ik neem je mee naar het Kersenplein!'' Hij glimlacht vriendelijk naar me.
''Shit, ik moet nog met David praten!'' Geschrokken laat ik hem los. ''Maar dat is ook op het Kersenplein, dus dat is geen probleem....'' Zeg ik bedenkelijk.
''Ik ga dan wel even langs de supermarkt als jij met 'm praat. Zullen we dan nu gaan?'' Ik knik.
Ik sta al iets van een kwartier met Thomas te wachten, en er was nog geen sprake van David. Verdrietig kijk ik voor me. Is dit een grap ofzo? Wilt hij mij voor schut zetten?
''Floor, kijk es, daar is ie.'' Thomas tikt me aan. Ik draai me om en zie hem. Hij staat te kloten met zijn mobiel.
''Ik zie je zo wel weer.'' Zeg ik en stap op David af.
Het was nog als de dag van gisteren, of die van eergisteren. Wacht, het wás eergisteren.
Nelleke Kluijt, een populair meisje, gaf een groot feest bij haar thuis, en de halve school was uitgenodigd, maar ik niet. Gelukkig kreeg Thomas Nelleke zover mij ook uit te nodigen. Die avond was ik dus bij haar thuis.
Overal werd gedronken, gespoten, gesnoven en meer. Het was walgelijk. Ik had die hele avond naar Thomas gezocht,
maar die was die avond ziek, en ik stond er dus alleen. Toen kwam een dronken David naar mij toe,
en vroeg mij verkering. Hij begon me te zoenen, maar ik probeerde hem van me af te houden.
''Aah, jij... bent mijn vriendinnetje toch wel hè?'' had hij gezegd.
En toen hadden we dus, soort van verkering....
''Floor, kijk es, daar is ie.'' Thomas tikt me aan. Ik draai me om en zie hem. Hij staat te kloten met zijn mobiel.
''Ik zie je zo wel weer.'' Zeg ik en stap op David af.
Het was nog als de dag van gisteren, of die van eergisteren. Wacht, het wás eergisteren.
Nelleke Kluijt, een populair meisje, gaf een groot feest bij haar thuis, en de halve school was uitgenodigd, maar ik niet. Gelukkig kreeg Thomas Nelleke zover mij ook uit te nodigen. Die avond was ik dus bij haar thuis.
Overal werd gedronken, gespoten, gesnoven en meer. Het was walgelijk. Ik had die hele avond naar Thomas gezocht,
maar die was die avond ziek, en ik stond er dus alleen. Toen kwam een dronken David naar mij toe,
en vroeg mij verkering. Hij begon me te zoenen, maar ik probeerde hem van me af te houden.
''Aah, jij... bent mijn vriendinnetje toch wel hè?'' had hij gezegd.
En toen hadden we dus, soort van verkering....
''Heey, David...'' Ik word al afgekapt.
''Hou je kop, bitch.'' Zegt hij boos.
''What the fuck? Heb ik wat gedaan ofzo?'' Vraag ik boos. Hij begint dreigend te kijken.
''Het was een stomme fout, waar nu een einde aan is! Geef me je mobieltje!''
Ik sta maar te kijken, geef hem mijn mobieltje, geen idee hebbend waarom.
''Zo, en nou verdwijn jij uit mijn leven, trut!'' Hij wist al mijn contacten en gooit het mobieltje naar mij. Helaas vang ik het niet, en valt het op de grond. Er zit een dikke barst in het scherm.
''Hou je kop, bitch.'' Zegt hij boos.
''What the fuck? Heb ik wat gedaan ofzo?'' Vraag ik boos. Hij begint dreigend te kijken.
''Het was een stomme fout, waar nu een einde aan is! Geef me je mobieltje!''
Ik sta maar te kijken, geef hem mijn mobieltje, geen idee hebbend waarom.
''Zo, en nou verdwijn jij uit mijn leven, trut!'' Hij wist al mijn contacten en gooit het mobieltje naar mij. Helaas vang ik het niet, en valt het op de grond. Er zit een dikke barst in het scherm.
''David?!'' Dan kijk ik naar zijn gezicht. Droevig. ''Is er wat?'' Probeer ik voorzichtig te vragen.
Geen antwoord.
''Als je niks wilt zeggen, ga ik maar.''
''Shirley en Anne.''
''Wat? Die trutten? Wat is er met ze?''
''Het zijn geen trutten, jij bent een trut!'' Schreeuwt hij. Ik kijk hem niet meer aan, is ie niet waard. Ik draai langzaam om en loop weg. Thomas en David achterlatend.
Geen antwoord.
''Als je niks wilt zeggen, ga ik maar.''
''Shirley en Anne.''
''Wat? Die trutten? Wat is er met ze?''
''Het zijn geen trutten, jij bent een trut!'' Schreeuwt hij. Ik kijk hem niet meer aan, is ie niet waard. Ik draai langzaam om en loop weg. Thomas en David achterlatend.