2.
Ik zwaai de deur open en stap naar binnen, denkend aan wat er net was gebeurd.
''Ik ben thuis.'' Zeg ik voorzichtig en leg de sleutels die ik had meegenomen terug. Ik hoor het geruis van de tv.
''Pa? Hoe gaat het met je vandaag? Hoe was het in het ziekenhuis?'' Vraag ik terwijl ik een glas cola pak.
''Het gaat wel, lieverd. Alleen gaat mijn gezondheid achteruit.'' Antwoordde hij.
Mijn vader's dood kwam steeds dichterbij, en ik kan er niks aan doen. Stomme kanker.
''Ik ben thuis.'' Zeg ik voorzichtig en leg de sleutels die ik had meegenomen terug. Ik hoor het geruis van de tv.
''Pa? Hoe gaat het met je vandaag? Hoe was het in het ziekenhuis?'' Vraag ik terwijl ik een glas cola pak.
''Het gaat wel, lieverd. Alleen gaat mijn gezondheid achteruit.'' Antwoordde hij.
Mijn vader's dood kwam steeds dichterbij, en ik kan er niks aan doen. Stomme kanker.
Ik drink het glas op, laat het in de keuken staan en loop de woonkamer in. Ik bots bijna tegen mijn moeder op. Ze ziet er iets helderder uit, ze had niet meer gedronken en haar bui was gezakt. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht, zoals iedere keer als mijn moeder een tijdje minder had gedronken of dat nog niet had gedaan.
''Hé mam.'' Zeg ik rustig. Ze knikt in mijn richting. Ik plof naast mijn pa op de bank neer.
''Hé mam.'' Zeg ik rustig. Ze knikt in mijn richting. Ik plof naast mijn pa op de bank neer.
We kijken een of andere saaie soap over een familie. Na een tijdje begint mijn vader te praten.
''Schat, kan je even weg gaan?'' Zegt hij in de richting van mijn moeder. Ze knikt alweer en gaat naar haar slaapkamer/
''Lieverd, mama en ik hebben beiden problemen. Ik ben ziek en mama is ziek...''
Ik onderbreek hem.
''Zou je geen mama willen zeggen?'' Zeg ik een klein beetje boos, want ze is niet echt een moeder....
''Tuurlijk, lieverd. Marleen en ik gaan naar een kliniek.''
''Schat, kan je even weg gaan?'' Zegt hij in de richting van mijn moeder. Ze knikt alweer en gaat naar haar slaapkamer/
''Lieverd, mama en ik hebben beiden problemen. Ik ben ziek en mama is ziek...''
Ik onderbreek hem.
''Zou je geen mama willen zeggen?'' Zeg ik een klein beetje boos, want ze is niet echt een moeder....
''Tuurlijk, lieverd. Marleen en ik gaan naar een kliniek.''
Ik moet wel even slikken.
''Goh, dat had ik niet verwacht, maar dat is mooi toch! Dan worden jullie allebei weer normaal!'' Zeg ik vrolijk, maar ik weet dat één van de twee nooit meer normaal zal kunnen worden.
''Ja, hè? Maar jij moet ook mee.''
''Waarom moet ík naar een afkickkliniek? Kan ik nergens anders naar toe? Ik kan logeren bij Thomas, die hebben toch een gigantische boerderij, en anders...'' Ratel ik door.
'Shht, het is belangrijk dat dierbaren erbij betrokken zijn, je moet je moeder steunen.'' Antwoordt hij.
Ik zucht. ''Ik ga aan mijn huiswerk.''
''Goh, dat had ik niet verwacht, maar dat is mooi toch! Dan worden jullie allebei weer normaal!'' Zeg ik vrolijk, maar ik weet dat één van de twee nooit meer normaal zal kunnen worden.
''Ja, hè? Maar jij moet ook mee.''
''Waarom moet ík naar een afkickkliniek? Kan ik nergens anders naar toe? Ik kan logeren bij Thomas, die hebben toch een gigantische boerderij, en anders...'' Ratel ik door.
'Shht, het is belangrijk dat dierbaren erbij betrokken zijn, je moet je moeder steunen.'' Antwoordt hij.
Ik zucht. ''Ik ga aan mijn huiswerk.''
Ik loop mijn kamer in en gooi mijn tas weer tegen het bureau. Binnenkort was dit niet meer mijn kamer, dan was dit flatje verkocht. Dan woonde ik in een afkickkliniek. Het enige voordeel dat het mee zou brengen is dat ik maar 2 dagen per week op school zat. Ik zucht en pak mijn aardrijkskunde boeken, sla ze open, en begin met de opgaven.
Om 8 uur 's avonds ben ik klaar en plof in mijn poef neer. Ik kreeg de woordjes van engels, de formules van wiskunde en de begrippen van economie niet in mijn hoofd, dat zat te vol met gedachten over mijn vader's plan. Ik dommel half in.
Klop klop. Ik schrik wakker.
''Binnen?''
Klop klop. Ik schrik wakker.
''Binnen?''